Service afspraak NL

Wet- en regelgeving

Richtlijnen voor signalering

Deze richtlijnen zijn bedoeld voor iedereen die hulp verleent bij ongevallen en pechgevallen (uitgezonderd van politie, brandweer en ambulance) en iedereen die betrokken is bij werk in uitvoering. Middels deze richtlijnen wordt het onjuist en/of onnodig gebruik van attentieverlichting teruggedrongen. Voor een ieder die besluit amber te voeren dient het voertuig te voldoen aan de 360 graden zichtbaarheid uit het ECE R65 reglement.  

ECE R65
De Europese richtlijn ECE REG 65 omschrijft de eisen die worden gesteld aan optische signalen voor voertuigen en trailers. Naar deze richtlijn wordt verwezen in de “regeling optische en geluidsignalen 2009” en is sinds 1 maart 2014 van kracht voor amber signalering. In deze wetgeving is beschreven dat amber zwaai-, flits- of knipperlicht bestaat uit één set amber signaalverlichting die voldoet aan ECE Reglement 65 of uit apart gecertificeerde lampen die samen weer zorgen voor de rondom zichtbaarheid. Deze signalering moet op dusdanige manier worden gemonteerd dat het lichtsignaal vanaf 20 meter rondom het voertuig en 1,5 meter boven het wegdek zichtbaar is. Het kan van cruciaal belang zijn, want bij een ongeval waarbij jouw signalering niet aan de eisen voldoet, zou je juridisch aansprakelijk kunnen worden gesteld.

Gele attentieverlichting
Wordt gebruikt om weggebruikers te waarschuwen dat er iets aan de hand is en dat ze extra oplettend moeten zijn. Deze branden dan alternerend, dat wil zeggen paarsgewijs knipperende verlichting op een voertuig dat afwisselend boven of beneden brandt. 


Grillflitsers
Mogen alleen gebruikt worden ter ondersteuning van zwaailicht en deze mogen alleen aanstaan tijdens het rijden op de vluchtstrook of het middendoorrijden. Bij stilstand staan deze altijd uit en mogen nooit op zichzelf gebruikt worden.
  



Bij werk in uitvoering op autosnelwegen
Bij het plaatsen en verwijderen van afzettingen op de rijbaan en de vluchtstrook is het gebruik van zwaailicht op alle voertuigen verplicht. Een werkvoertuig dat een afzetting inrijdt gebruikt kort het zwaailicht. Dit om te voorkomen dat het verkeer achter het voertuig de afzetting tegemoet rijdt. Een werkvoertuig dat een afzetting uitrijdt gebruikt ook kort het zwaailicht. Dit om aan te geven dat het werkvoertuig weer aan het verkeer gaat deelnemen. Een werkvoertuig dat stilstaat op de vluchtstrook gebruikt alternerende verlichting. Alleen bij weersomstandigheden die het zicht ernstig belemmeren mag zwaailicht als extra attentieverlichting worden toegevoegd. Een werkvoertuig dat stilstaat buiten het werkvlak (obstakelvrije zone) gebruikt alternerende verlichting. In de berm is het gebruik van zwaailicht verboden.  

Uitgebreide richtlijnen gele signalering
Regeling optische en geluidssignalen 2009
Aanvullend document optische en geluidssignalen 2017 

Top